Stadsgedicht februari | Ton de Gruijter

donderdag 18 februari, 2021

Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Nieuwegein schrijft Ton de Gruijter maandelijks een gedicht voor de stad en haar bewoners. 

nieuwegein, februari 2021 

een plukje schepen lijkt te slapen
aan de rand van huis de geer
en in de lucht kan men de koude lezen
het park lacht,
van sporen in de sneeuw
en alle straten heten wintergaarde
stad, wat lijk je stil

ach stad, het is nu februari,
zo’n maand waarin ‘t rivierpeil stijgt
en elke dag de zon wat later bij de boogbrug rust
een maand waarin de waterman de vissen kust
een maand met schaatsen uit en in het vet,
waarin iedereen je mooiste plekken op de foto zet
‘kijk! zo fraai is winter nieuwegein!’
een maand, gevouwen rondom valentijn

je weet het stad, als elkeen roept ‘ik hou van jou’
verdwijnt het ijs, de sneeuw, de kou
en alle straten heten lentegaarde

nu maak je nieuwe plannen, je zal wel moeten
nu droom je van een rode route
voor het fietsen van en naar groot utrecht
of naburig ijsselstein
ach, laat heel het land dan roepen
‘het fijnste kruispunt ligt in nieuwegein!’

het is een vreemde maand,
van vorst naar voorjaar, dan weer koel
het lijkt of jij kort met je vinger
in de bodem boorde
zoekend naar een warmtebron
en daar mee stopte
omdat het nog niet kon

in de lucht kan men van alles lezen
over wind en weer
een plukje schepen lijkt te slapen
aan de rand van huis de geer

© ton de gruijter

Het Stadsdichterschap is een initiatief van bibliotheek De tweede verdieping.